"De beste tip; een beetje liefde en geduld."
Houtskool en briketten
Houtskool ontstaat uit een bewerking van hout waarbij verkoold hout overblijft. De houtskool van hardere houtsoorten brandt langer dan van de zachtere houtsoorten. Briketten zijn geperst houtskool, of geperst zaagsel met papier, soms gebonden met maïszetmeel. Briketten zijn iets lastiger aan te krijgen maar branden langer en gelijkmatiger. Ook op hoge temperaturen kan je met de juiste briketten al gauw 3 tot 4 uur barbecueën. Goedkopere briketten hebben wel als nadeel dat ze chemische bindmiddelen kunnen bevatten die ook nadelig zijn voor de smaak van het vlees. Houtskool bereikt wel een hogere temperatuur, maar het brandt ook sneller op. Houtskool wordt in het algemeen t meest gebruikt voor ‘open barbecues’, briketten vaker bij barbecues met een deksel. Houtskool wordt meer geassocieerd met “écht barbecueën”. Een combinatie van beide is overigens goed mogelijk.
Gril je graag, en heb je vaak dunnere stukken vlees of zelfs voor gegaard vlees dan kan je houtskool gebruiken. Het dunne vlees zal snel gaar zijn en door de hoge hitte een mooie korst krijgen. Perfect voor de “low and slow” methode en bij het roken.
Bewaar de houtskool of briketten altijd droog, in de Stokebrandt blijven ze goed droog en de overige voorraad kan in plastic worden bewaard.
Natuurproducten
Kokosbriketten op basis van kokosnootbasten zijn natuurlijk en geven geen geur- of smaakstoffen af; hierdoor proef je puur het gegrilde product. Ze branden goed heet en heel gelijkmatig. Ze branden snel, gelijkmatig en lang, worden warmer, er wordt geen boom voor gekapt, er blijft weinig as over en er komt zo goed als geen rook vanaf. Het verbruik is minder dan bij houtskool.
Aanmaakblokjes
Het houtskool of de briketten kan je met allerlei materialen aansteken, waaronder aanmaakblokjes. De bruine aanmaakblokjes bevatten geen schadelijke stoffen, zijn reukloos en drogen ook niet uit. Ze zijn gemaakt van geperst karton met een milieuvriendelijke brandpasta.
Tang
Een oude vleestang is een handig hulpmiddel (gebruik hem dan niet tegelijkertijd ook voor het eten) om de kooltjes te verdelen, maar je kunt er ook iets anders voor gebruiken.
Zo steek je de barbecue aan
Dit is de standaard manier van aansteken. Strooi een laagje kooltjes of briketten in de Stokebrandt. De hoeveelheid is afhankelijk van de hoeveelheid eten die je wilt gaan grillen en hoe lang je wilt gaan barbecueën. Vervolgens druk je een paar aanmaakblokjes zo diep mogelijk in het midden tussen de kooltjes of briketten. Het is belangrijk dat ze lekker diep liggen want warmte stijgt en als je de aanmaakblokjes te hoog legt dan worden de kooltjes of briketten eronder nooit heet genoeg om te ontbranden.
Steek nu de aanmaakblokjes aan en wacht tot ze goed branden. Nu kan je met bijvoorbeeld een oude vleestang de kooltjes zoveel mogelijk op en rond de vlam van de aanmaakblokjes positioneren zonder de vlam te smoren. Dit is een leuke bezigheid en een echte kunst Laat nu de het vuur even op gang komen, wacht tot de kolen goed heet smeulen en er geen rookontwikkeling meer is. Na zo’n 15 minuten zie je dat de kooltjes of briketten rondom de aanmaakblokjes een witte laag as hebben en in het midden roodgloeiend zijn en daaromheen beginnen de kooltjes ook te branden. Als de kooltjes of briketten op temperatuur zijn, kan je 2 zones met verschillende temperaturen maken door een dikkere of een dunnere laag te creëren. Hierdoor kan je het eten op verschillende temperaturen garen.
Houtvuur
De echte purist maakt eerste een klein houtvuurtje in de barbecue en wanneer dit goed brandt leg je het houtskool of de briketten beetje bij beetje op het vuur. Dit is iets tijdrovender maar het geeft een garantie op een goed hete barbecue en je bent ook fijn een vuurtje aan het stoken. Gooi er dan ook meteen wat dennenappels bij voor een heerlijke geur.
Soms zijn er momenten dat je wat extra kolen of briketten wilt toevoegen. Geen probleem bij Stokebrandt. Draai het rooster weg van het vuur en leg een gelijkmatig laagje kolen over de al gloeiende kooltjes en wacht even tot de as weer is gedaald. Plaats nu het rooster terug en ga weer verder.
Houtsoorten
Een goed vuur maken is belangrijk. Bij houtvuur is het soort hout van invloed op je vuur én op de smaak van je gerechten. Bouw je vuur van binnen naar buiten op. Begin altijd met kleine houtjes het vuur op te bouwen; daarna zijn de grotere blokken aan de beurt. Gebruik als starter aanmaakblokjes, een prop krantenpapier, hooi of houtkrullen. Leg langere stukken hout in een stervorm in het vuur en regel hiermee de brandsnelheid.
Om te grillen is naaldhout of berkenhout ongeschikt. Dat heeft te maken met de sappen in deze bomen. Berk en populier zijn prima voor een snel en goed aan te sturen vuur. Kies beuk, eik of kastanjehout voor het bakken van brood of garen van groente. Eikenhout is ook geschikt voor rund, lam en vis. Kersen- en appelhout is lekker bij varkensvlees. Rond de middellandse zee wordt veel gegrild met fruithout en olijvenhout.
Dutch Oven
Een Dutch Oven is een ambachtelijk gietijzeren pan om heerlijke soepen, stoofpotten, broden, pizza en taarten in te maken. Verder kan je er ook prima in bakken en braden. Gietijzer is een duurzaam metaal dat de warmte beter verdeelt en vasthoudt dan andere metalen en is onmisbaar voor de betere chef-koks en thuis kokers. De deksel is voorzien van een opstaande rand zodat er kolen op gelegd kunnen worden voor het oven-effect. Je kan de Dutch oven ook ín het vuur zetten. Door de drie pootjes, zal het vuur niet verstikken en staat hij stevig.
Inbranden
Een nieuwe Dutch Oven moet voordat je hem kan gaan gebruiken schoongemaakt en ingebrand worden.
Plaats de Dutch oven ondersteboven op uw fornuis, in de barbecue of in de oven (150°C). Stel de warmtebron matig af. Als hij warm is neem je wat keukenpapier of jute en veeg je de binnen- en buitenkant goed schoon. Dit doe je ook met de deksel. Er zit een speciale waxlaag op die verwijderd moet worden.
Wrijf hem daarna in met bijvoorbeeld zonnebloemolie. De olie kan je ook vervangen door een andere stuk olie of een stuk spekvet; afhankelijk van of er er daarna een taart mee gaat bakken. Het oliën kan ook met een kwast, maar let op dat de haren van de kwast niet smelten. Doordat gietijzer open gaat staan als het heet is trekt de olie of vet in de poriën van het ijzer en sluit zo het poreuze gietijzer af. Plaats de Dutch oven weer ondersteboven op de warmtebron en verwarm hem tot ongeveer 200 °C . Zodra de pan echt begint te roken haal je hem van het vuur en laat je hem afkoelen. De Dutch oven is nu klaar voor gebruik.
Mocht je de Dutch oven niet direct gaan gebruiken zul je hem in moeten wrijven met een vette doek. Zorg ervoor dat de Dutch oven altijd vet is. Hij zal er dan zwart en glanzend uitzien (niet grijs). Dat is het beste onderhoud. Gebruik geen zeep, sop of vaatwasser, maar maak hem schoon met heet water en een borstel.
Koken met de Dutch oven
Eerst gaan we de Dutch oven opwarmen, dit doen we op een matig vuur. Afhankelijk van wat je gaat maken, gebruik je olie of spekvet in de Dutch oven. Ook kan boter gebruikt worden, maar hier geldt: hoe vetter hoe beter. Laat het vet smelten en enkele minuten inbakken. Gebruik je olie zoals zonnebloemolie, zorg er dan voor dat de olie goed door de pan verdeeld wordt. Overtollig vet kan met wat keukenpapier weer verwijderd worden.
Als je klaar bent met koken maak je de Dutch oven schoon met bijvoorbeeld een spatel of plamuurmes. Vervolgens veeg je hem schoon met een stuk keukenrol. Als er etensresten aangekoekt zijn, die je er niet zo uit kan steken, doe je een beetje water in de Dutch oven en laat je hem even weken, dit kan het beste op het vuur . Geen afwasmiddel aangezien dit in de poriën van de pan kan gaan zitten. In erge gevallen kun je een schuursponsje of staalborstel gebruiken. Veeg hem vervolgens goed schoon. Als dit klaar is zet je de Dutch oven op een matig vuurtje en laat je hem door en door drogen. Al het vocht moet eruit want gietijzer en vocht zijn geen vrienden. Haal hem vervolgens van het vuur af en smeer de hete Dutch oven in met vet of olie. Laat de Ducht oven vervolgens afkoelen en berg hem op. Zorg dat het deksel niet helemaal afsluit, een beetje ventilatie voorkomt dat hij muf wordt.
Aandachtspunten
De Stokebrandt Dutch oven is een kookpot van hoge kwaliteit waar je je hele leven plezier aan kan beleven. Voorwaarde hiervoor is dat je wel wat onderhoud moet plegen. Je zult merken dat, door het vormen van een natuurlijk patina, de Dutch oven steeds beter wordt. Houd de volgende punten altijd in je achterhoofd:
- Laat de Dutch oven nooit te snel afkoelen en gooi nooit een grote hoeveelheid koud water in een hete Dutch oven. Geef opwarmen en afkoelen dus de tijd.
- Maak de Dutch oven direkt na gebruik schoon zodat de zuren van het eten niet de patina van de Dutch oven afbreken. Gebruik geen afwasmiddelen en zet hem nooit in de afwasmachine.
- Berg een Dutch oven nooit nat op.
“Met een liefdevolle behandeling zult u járenlang plezier
beleven aan uw Dutch oven van Stokebrandt en
de heerlijkste gerechten bereiden.”